Ga direct naar: Vaccineren | Castratie en sterilisatie | Ziektebeelden bij konijnen | Veelvoorkomende ziektes
Op deze pagina leest u meer over veelvoorkomende ziektes bij konijnen. Verder vindt u informatie over het vaccineren, castreren/steriliseren en hoe u een ziek konijn kunt herkennen. Dankzij onze jarenlange ervaring én speciale interesse kunnen wij uw konijn de beste zorg bieden. Wilt u meer weten? Neem dan contact met ons op.
Vaccineren
Door uw konijn te vaccineren, kunnen we twee dodelijke virussen voorkomen: Myxomatose en Rabbit Haemorrhagic Disease (RHD/VHD).
Myxomatose
Konijnen worden geïnfecteerd met myxomatose door direct contact met een ziek konijn of via stekende insecten. De ernst van de ziekte hangt af van het virustype dat overgebracht wordt. Het kan variëren van alleen ontstoken oogleden en oorschelpen, tot sterfte, als gevolg van uitbreiding van deze ontstekingshaarden (myxomen). De meeste konijnen die bij de dierenarts met myxomatose komen, hebben een agressieve variant.
Rabbit Haemorrhagic Disease (RHD)
De tweede ziekte, Rabbit Haemorrhagic Disease wordt overgedragen door o.a. insecten of het eten van besmet voer. Het virus veroorzaakt bloedingen in inwendige organen wat kan leiden tot hoge koorts, benauwdheid, zenuwverschijnselen, slapte of acuut overlijden.
Sinds eind 2015 is er een extra variant van RHD in Nederland. Wij hebben vaccinaties voor beide varianten, zodat uw konijn volledig beschermd is tegen deze ziekte.
Jaarlijks vallen er door beide ziektes veel slachtoffers. Voorkomen is relatief eenvoudig, genezen vaak onmogelijk. Tegen beide ziektes is gelukkig door vaccinatie bescherming te krijgen. De huidige vaccinatie geeft een jaar lang bescherming tegen beide aandoeningen.
Castratie en sterilisatie
Veel mensen laten bij ons hun konijnen castreren of steriliseren. Zeker bij voedsters (vrouwtjes) raden wij sterilisatie aan. De operaties doen wij door middel van gasnarcose, zodat wij zo uw konijn zo veilig mogelijk kunnen helpen.
Castratie
Veel mensen laten hun rammelaar (mannetjeskonijn) castreren, omdat hij gaat sproeien in huis of omdat hij territoriaal/dominant gedrag vertoont. Zo zijn sommige konijnen bijvoorbeeld agressief tegen de eigenaar of soortgenoten, of blijven ze constant op een ander konijn ‘rijden’.
Tijdens een castratie worden de zaadballen uit de balzak verwijderd, waardoor het konijn onvruchtbaar wordt. De castraties van konijnen doen we vanaf vier maanden, of in overleg eerder.
Sterilisatie
Bij voedsters raden wij sterilisaties aan vanwege de medische voordelen. Zo kunnen we met sterilisatie baarmoederonstekingen en -tumoren voorkomen. Verder zijn er nog voordelen in het gedrag. Zo wordt territoriaal gedrag en schijnzwangerschap voorkomen. Uw konijn zal ook minder snel agressief op andere konijnen reageren.
In de volksmond wordt het onvruchtbaar maken van een vrouwtje onterecht ‘sterilisatie’ genoemd. Tijdens een sterilisatie wordt namelijk alleen de eileiders onderbroken. Uw konijn zou dan alsnog baarmoeder- en gedragsproblemen kunnen krijgen. Daarom castreren wij ook voedsters. Tijdens een castratie van een voedster verwijderen we de eierstokken en baarmoeder. De castraties van voedsters doen wij vanaf een half jaar.
Ziektebeelden bij konijnen
Veel konijneneigenaren vinden het moeilijk om te zien of hun konijn ziek is. Konijnen laten namelijk niet snel zien wanneer ze zich niet goed voelen. Er zijn wel een aantal symptomen waarop u kunt letten:
- Vieze ogen en/of neus;
- Slecht eten;
- Een harde buik;
- Vieze vacht door ontlasting en urine;
- Kale plekken en/of jeuk (vaak in combinatie met schilfers in de vacht);
- Scheve kop;
- Plakkerige ontlasting;
- Bulten;
- Vliegen op en rondom uw konijn;
- Snel ademen;
- Bijna niet willen bewegen en contant languit willen liggen;
- Knarsetanden;
- Weinig ontlasting/kleine keutels.
Veelvoorkomende ziektes
Abcessen
Een abces is een bult met pus gevuld. Abcessen zijn vaak hard en zitten vast. De ontstekingen ontstaan door bijtwonden en ontstekingen aan de kieswortels. Bij konijnen zien we abcessen daarom ook vaak aan de kaak.
De pus van konijnen is anders dan bij mensen, honden en katten. Het is namelijk niet vloeibaar, waardoor het niet uit zichzelf uit een wond kan lopen. Behandeling is daarom erg belangrijk.
Tijdens zo’n behandeling maken we het abces open en verwijderen de pus. Daarbij kijken we naar de oorzaak van het abces en lossen deze ook op. Verder zal uw konijn antibiotica krijgen.
Een abces wordt door veel konijneneigenaren niet direct opgemerkt. Wanneer u een bult ziet of voelt bij uw konijn, neem dan contact met ons op.
Blaasproblemen
Bij konijnen zien wij regelmatig blaasontstekingen, blaasgruis en blaasstenen. Wanneer uw konijn last heeft van zijn blaas kunt u merken dat hij veel kleine plasjes (met bloed) doet. Hij kan ook ineens onzindelijk worden, plat gaan liggen en een pijnlijke buik hebben en/of humeurig zijn.
Blaasproblemen bij konijnen worden meestal veroorzaakt door te veel calcium in de voeding en het geven van knaagstenen. Konijnen scheiden namelijk een groot deel van het calcium uit via de nieren en urine. Veel calcium in de urine veroorzaakt blaasgruis waardoor de blaas wordt geïrriteerd.
Wanneer u uw konijn last heeft van zijn blaas, kunt u urine langsbrengen in onze praktijken of een afspraak maken.
E.cuniculi
Encephalitozoön cuniculi (kortweg E.cuniculi) is een eencellige parasiet. E.cuniculi uit zich vaak in neurologische verschijnselen, maar kan zich ook uiten in oogproblemen en blaasproblemen.
80% van de konijnen draagt E.cuniculi bij zich. De parasiet wordt vaak in het nest al overgebracht via urine. Wanneer de weerstand van uw konijn verminderd door ziekte of stress kan hij symptomen gaan vertonen.
Een konijn met E.cuniculi kan de volgende symptomen vertonen:
- Scheve kop (torticollis);
- Urine lekken;
- Verlamming van de achterpoten of slepen met de achterpoten;
- Dwangmatige bewegingen van het oog;
- Evenwichtsproblemen en omrollen;
- Vermageren zonder duidelijke oorzaak.
E.cuniculi is vaak goed te genezen. Hoe eerder u erbij bent, hoe sneller en beter uw konijn geneest. De ziekte kan helaas na verloop van tijd weer terugkomen. Houd uw konijn daarom altijd goed in de gaten.
E.cuniculi is een zoönose. Dat betekent dat mensen de parasiet ook kunnen krijgen. Echter: dit wordt alleen gezien bij mensen met een slechte weerstand.
Gebitsproblemen (haken en te lange tanden)
Het gebit van konijnen groeit het hele leven door. Tijdens het eten slijt het gebit af. Sommige konijnen hebben een afwijkende stand van het gebit. Dit kan aangeboren zij of door ouderdom komen. De tanden sluiten dan niet goed op elkaar aan, waardoor ze niet goed af kunnen slijten. Zo ontstaan er scherpe haken op de kiezen en worden de tanden te lang. Het konijn kan hierdoor niet goed eten. Wanneer een konijn niet (goed) eet komen de darmen stil te liggen. Hier kunnen ze dood aan gaan.
Het is dus belangrijk dat uw konijn goed eet. Wanneer uw konijn last heeft van tranende ogen duidt dit meestal ook op gebitsproblemen. Wij slijpen de tanden van uw konijn bij en vijlen de kiezen weer glad. Uw konijn zal hierdoor zich direct prettiger voelen en weer willen eten. Soms is het nodig om het gebit regelmatig bij te werken.
Maagoverlading
Konijnen kunnen -net als katten- last hebben van haarballen. Alleen kunnen konijnen deze niet uitbraken, waardoor ze verstopt kunnen raken. Wanneer uw konijn in de rui is, is het belangrijk om hem te borstelen en/of te plukken. Zo voorkomt u haarballen.
Wanneer uw konijn last heeft van een haarbal zult u merken dat hij niet wil eten. Daarbij heeft hij een pijnlijke/opgezette buik en ligt plat op de grond. Het is belangrijk om dan direct contact met ons op te nemen, want een maagoverlading kan dodelijk zijn.
Madenziekte (myiasis)
In de zomer zien wij regelmatig konijnen met madenziekte. Wanneer een konijn last heeft van plakkerige ontlasting, kunnen vliegen eitjes leggen in de ontlasting. De maden die uit de eitjes komen veroorzaken grote wonden.
Gelukkig is dit goed te voorkomen. Zo is het belangrijk om plakkerige ontlasting te voorkomen. Vaak ontstaat deze ontlasting omdat het konijn te zwaar is. Hij kan zich dan niet goed schoonhouden en de blindedarmkeutels niet opeten. (Het is belangrijk dat uw konijn deze keutels opeet, want hierin zitten veel belangrijke voedingsstoffen. Wanneer hij dit niet eet, ontstaan er tekorten.) Voldoende beweging en goede voeding is daarom erg belangrijk. Een konijn heeft ongeveer maar twintig gram brokjes per kilogram lichaamsgewicht nodig. Konijnen hebben overigens wel onbeperkt beschikking tot hooi nodig.
Verder kunt u myiasis voorkomen door te zorgen voor goede hygiëne. Houd het hok dus goed schoon en controleer uw konijn op plakkerige ontlasting. Ook kunt u hem preventief insprayen met Nomyiasis spray. Hiermee sprayt u de achterkant van uw konijn 1x per maand in om te voorkomen dat de vliegeneitjes uitkomen. Deze spray hebben wij in onze praktijken.
Mijt
(Schurft)mijt komt ook regelmatig voor bij konijnen. U ziet dan dat uw konijn veel krabt, waardoor er kleine wondjes ontstaan. Verder heeft hij last van schilfers in zijn vacht. Mijt is gelukkig erg goed te behandelen. In onze praktijken hebben we pipetjes Stronghold om zo mijt te bestrijden.