Kat

Ga direct naar: Vaccinaties | Parasieten | Castratie & sterilisatie

Op deze pagina vindt u informatie over het vaccineren van de kat, regelmatig voorkomende uitwendige en inwendige parasieten en over castratie of sterilisatie. 

Kat - Dierenkliniek Winkelhof & Dierenkliniek Rijnwoude

Vaccinaties

Door uw kat te laten inenten, voorkomt u dat uw kat onnodig ziek wordt. De meeste vaccinaties zijn niet verplicht (op hondsdolheid bij grensoverschrijding na), maar wel aan te raden. Dankzij structureel vaccineren hebben wij al een aantal aantal zeer ernstige, vaak zelfs dodelijke, ziekten in Nederland al goed kunnen terug dringen. Een voorbeeld hiervan is kattenziekte. Verschillende varianten van niesziekte zien we nog wel frequent. Wij vaccineren katten standaard tegen kattenziekte en niesziekte. Er zijn ook entingen voor, chlamydia, leukemie en FIP (feline infectieuze peritonitis). Deze geven wij in uitzonderlijke gevallen.

De eerste (kitten)vaccinaties geven wij op een leeftijd van 9 en 12 weken . Om uw kat goed beschermd te houden, is het belangrijk om de enting jaarlijks te herhalen. Vaccinaties bij huisdieren geven in nooit levenslange bescherming, zoals dat voor een deel van de vaccins bij mensen wel geldt.

Als uw kat langer dan 3 jaar niet geënt is, dan moet deze 2x gevaccineerd worden met 3-4 weken tussentijd.

Kattenziekte

Kattenziekte wordt veroorzaakt door een parvovirus. Kattenziekte is erg besmettelijk. Het virus verspreidt op de volgende manieren:

  • door direct onderling contact;
  • via uitwerpselen;
  • via vlooien;
  • via de mens (kleding).

Het virus is erg stabiel in de omgeving. Dat betekent dat het virus (maanden)lang levend en besmettelijk blijft. Het virus is ook ongevoelig voor veel ontsmettingsmiddelen. Katten van alle leeftijden kunnen kattenziekte krijgen, maar dankzij goed vaccineren zijn vooral (de nog niet geënte) kittens gevoelig. Het komt voor dat hele nesten aan kattenziekte sterven.

Bij kattenziekte horen de volgende symptomen:

  • koorts;
  • ernstige (bloederige) diarree;
  • braken;
  • uitdroging;
  • Abortus bij drachtige poezen;
  • Bij drachtige, besmette katten kunnen er kittens met afwijkingen geboren worden.

Omdat kattenziektevirus zeer besmettelijk is en ook eenvoudig met via de schoenen mee naar huis genomen kan worden, raden wij aan om ook binnenkatten tegen kattenziekte te vaccineren.

Er is geen medicijn tegen kattenziekte. Wij kunnen alleen symptomatisch behandelen om de kat te ondersteunen. De kat zal het virus dus zelf moeten overwinnen. De herstelkans hangt af van de ernst van de ziekte en de conditie van de kat.

Niesziekte

Niesziekte is de meest voorkomende besmettelijke ziekte bij de kat. Het kan veroorzaakt worden door verschillende kiemen. De grootste veroorzakers van niesziekte zijn het calici- en herpesvirus. Chlamydia en een bordetellabacterie kunnen ook een rol spelen bij niesziekte. De ziekte verspreidt zich via de lucht. Niesziekte kan acuut ontstaan, maar kan ook chronisch zijn.

De symptomen van niesziekte zijn:

  • vaak niezen
  • ontstoken ogen
  • neusuitvloeiing
  • zweren in bek
  • sloom zijn
  • verminderde eetlust
  • koorts.

Katten met chronische niesziekte zijn vaak verkouden. De klachten verdwijnen of verminderen steeds en spelen vervolgens opnieuw op.

Om niesziekte te voorkomen, vaccineren wij uw kat op 9 en 12 weken oud. Daarna daarna vaccineren wij uw kat jaarlijks tegen niesziekte.

Chlamydia

Chlamydia is een veroorzaker van niesziekte bij de kat. Chlamydia is niet een veelvoorkomende niesziekteverwekker. Er wordt aangeraden om chlamydia niet standaard in de vaccinatie mee te nemen, maar uitsluitend te geven in situaties waarin chlamydia in de omgeving een probleem blijkt te zijn.

Bordetella

Net als chlamydia is ook bordetella een minder vaak voorkomende oorzaak van niesziekte. Bordetella vaccinatie kan dan ook het beste gegeven worden wanneer deze bacterie in de omgeving een herhaaldelijke bron van infectie blijkt te zijn.

Hondsdolheid (rabiës)

Het rabiësvirus is besmettelijk voor alle zoogdieren waaronder hond, kat en de mens. Besmetting vindt meestal plaats door een beet van een geïnfecteerd dier als een vos of een hond. Het speeksel van besmette dieren bevat veel van het virus. De ziekte kent meerdere stadia waaronder die van agressief gedrag. In bijna alle gevallen verloopt de ziekte fataal. Ondanks dat onder de vleermuizen in ons land frequent rabiës voorkomt, is Nederland officieel vrij van rabies.

Dieren die naar andere Europese landen gaan (ook België) moeten 3 weken voor vertrek gevaccineerd worden. Voor niet-Europese landen gelden andere regels. Deze regels wisselen per land. Wilt u uw kat meenemen naar het buitenland? Vraag dan aan één van onze assistentes of dierenartsen naar de invoerseisen die voor dat land gelden.

 

Parasieten

Er zijn een aantal uitwendige en inwendige parasieten die we regelmatig zijn. De kans op parasieten hangt mede af van of uw kat wel of niet naar buiten gaat. Anti-parasitaire middelen zijn steeds eenvoudiger, veiliger en effectiever in gebruik. Naarmate producten tegen parasieten ouder zijn, kunnen parasieten resistent worden voor bepaalde bestanddelen. Dat betekent dat deze producten dan niet meer (goed) werken. 

Het is wettelijk bepaald dat nieuwe middelen tegen vlooien, teken en wormen de eerste 5 jaar uitsluitend bij de dierenarts verkocht mogen worden. U vindt dus bij ons alleen de nieuwste en beste producten.

Vlooien

Vlooien zijn kleine parasieten die zich voeden met bloed. Ze zorgen voor (ernstige) jeuk bij mens en dier. Vlooien hebben een plat lichaam en zijn tussen de 1 en 3 mm groot. Er zijn ongeveer 2000 verschillende soorten vlooien, maar de meesten vlooien die wij op honden of katten vinden zijn kattenvlooien. Huisdiervlooien kunnen mensen wel bijten, maar ze blijven niet op ons leven. Vlooien kunnen behalve hinderlijk zijn ook allergische reacties geven. Daarnaast kunnen ze niesziekte of lintwormen overbrengen. Het is dus belangrijk om uw kat hier goed tegen te beschermen. In onze praktijk hebben we verschillende producten tegen vlooien. Zo kunt u kiezen voor vlooiendruppels, vlooientabletten, een vlooienband of een halfjaarlijkse (program)injectie. In het volgende filmpje laten we zien hoe u vlooiendruppels kunt opbrengen bij uw huisdier.

 

Teken

Teken zijn kleine parasieten die behoren tot de spinachtigen. Ze leven van bloed van gewervelde dieren door zich vast te bijten in de huid.  Zij laten zich na de bloedmaaltijd (die enige uren tot dagen kan duren) weer vallen. Teken komen vooral voor in bosrijke gebieden, maar ook in tuinen. Teken zijn actief bij een omgevingstemperatuur boven 2 graden celsius; de pieken ligt rond mei en rond september. Teken kunnen verschillende ziekten overbrengen (bijvoorbeeld de  Ziekte van Lyme en bloedparasieten als Babesia). Teken zijn na de steekmuggen de belangrijkste verspreiders van ziekteverwekkers

Wormen

De meest voorkomende wormsoorten bij de kat zijn spoelwormen en lintwormen. Beide soorten leven vooral in de dunne darm.

Spoelwormen

Spoelwormen leven vooral in de dunne darm, zijn geelwit tot roze van kleur en rond van vorm. Spoelwormen kunnen van enkele centimeters tot wel achttien centimeter lang worden. U ziet de wormen vrijwel nooit in de ontlasting, maar soms wel in het braaksel. Als de wormen ingedroogd zijn, zien ze eruit als opgerolde elastiekjes. Spoelwormen produceren veel eitjes die met de ontlasting worden uitgescheiden. De eitjes zijn niet zichtbaar met het blote oog. Spoelwormen zijn pas na enkele weken besmettelijk als zich in het eitje een larf heeft ontwikkeld. Kittens worden in de baarmoeder al via de placenta (moederkoek) besmet met spoelwormen. Ook in de melk worden door de moederdieren spoelwormlarven uitgescheiden, waarmee de kittens nogmaals besmet worden.

Om de spoelwormbesmetting van een kitten tegen te gaan, moet er kort op elkaar ontwormd worden. Dit volgens het volgende schema: 4-6-8 weken, 12 weken, daarna om de 2 maanden tot ze een jaar zijn. Daarna 2-4x per jaar.

Lintwormen

Lintwormen van de kat leven in de dunne darm en kunnen, afhankelijk van de soort, van één centimeter tot wel enkele meters lang zijn. Ze zijn wit van kleur en afgeplat van vorm. Lintwormen bestaan uit een kop en een groot aantal segmentjes die gevuld zijn met eitjes. De kop zit vast aan de darmwand. Als de achterste segmentjes rijp zijn, laten ze los en kruipen uit de anus. Soms zijn ze zichtbaar in de ontlasting of kleven aan de vacht. Als de segmenten indrogen zien ze eruit als rijstkorrels. Ze zijn dan vaak te vinden rond de anus en de staart en op plaatsen waar het dier heeft gelegen. Over het algemeen zal uw kat niet ziek zijn van een lintworminfectie.

Vlooien verspreiden nogal eens een lintworminfectie. Indien u lintworm heeft geconstateerd bij uw kat is het belangrijk om naast een breedspektrum wormmiddel uw kat ook een anti-vlooienmiddel toe te dienen.

Vossenlintworm

De vossenlintworm is een lintworm die vooral voor mensen levensgevaarlijk kan zijn. De vossenlintworm is relatief zeldzaam in Nederland. De vossenlintworm komt vooral voor in Midden- en Zuid-Europa, maar heel soms ook in Zuid-Limburg en Oost-Groningen. Wij adviseren daarom om uw kat vooral na vakanties in Midden- en Zuid-Europa te ontwormen met een middel tegen lintworm.

Haak- of mijnwormen

Deze wormen leven in de dunne darm van de kat en voeden zich met bloed. Bij een zware besmetting kan door beschadiging van de darmwand een bloederige diarree en ernstige bloedarmoede ontstaan. Haak- of mijnwormen komen gelukkig weinig voor in Nederland.

Zweepwormen

Zweepwormen leven in de dikke darm van de kat en zijn vier tot zeven centimeter lang. Ze veroorzaken bij zware besmetting een bloederige diarree. Bloedarmoede kan ook optreden. Net als sommige haakwormen vormen ze voornamelijk een probleem in kennels.

Longwormen

De katten longworm en leven in de longen ter hoogte van de bronchiën en produceren daar larven. Deze worden opgehoest en ingeslikt. Ze komen met de ontlasting naar buiten, waar ze opgenomen kunnen worden door slakken (“tussengastheer”). De kat besmet zich door opname van een geïnfecteerde slak. De larven dringen vervolgens door de darmwand en bewegen zich weer naar de longen.

Giardia

Giardia is een ééncellige parasiet (protozo) die in de dunne darm leeft van zoogdieren waaronder ook de mens. De parasiet hecht zich met behulp van tentakels aan het slijmvlies van de darm waardoor het slijmvlies oppervlakkig beschadigd. Hierdoor verloopt de vertering en opname van voedingsstoffen niet optimaal waardoor diarree ontstaat. Bij een giardiabesmetting heeft een hond of kat steeds wisselende ontlasting. Bij een giardiabesmetting is vaak een lange behandeling nodig. Wij hebben speciale testen om giardia vast te stellen.. 

 
Toxoplasmose

Toxoplasmose is een ziekte veroorzaakt door een microscopisch kleine eencellige parasiet; Toxaplasmose gondii. De parasiet komt voor in kattenontlasting en in het vlees van koeien,varkens, schapen en geiten.

Katten besmetten zich vooral door het opeten van kleine prooidieren, zoals vogels en muizen. Vervolgens scheiden ze de parasiet zelf weer uit met hun ontlasting. De uitgescheiden oöcysten (jonge stadia) hebben daarna nog 2-5 dagen rijping nodig om besmettelijk te worden.

De ziekte verloopt zowel bij de mens als kat meestal symptoomloos. Bij met name jonge katten kan het echter wel tot klachten leiden als koorts door ontstekingen in de lever, longen, hersenen en/of ogen. Daarnaast kunnen er maagdarmklachten ontstaan. Als een kat eenmaal een infectie heeft meegemaakt heeft hij de rest van zijn leven voldoende weestand opgebouwd en zal dan verder ook geen besmettingsbron meer zijn voor de omgeving.

Alleen mensen met een mindere weerstand en zwangere vrouwen moeten opletten. Mensen worden meestal besmet door het eten van rauw of onvoldoende verhit vlees, ongewassen groente (kunnen in contact zijn gekomen met mest van besmette dieren), tuinieren en zandbakken waar katten in kunnen komen.

Castratie & sterilisatie

De begrippen castratie en sterilisatie worden vaak verkeerd gebruikt. Bij castratie denken we meestal aan het onvruchtbaar maken van mannelijke dieren, terwijl het bij vrouwelijke dieren vaak sterilisatie wordt genoemd. Dit klopt niet helemaal, aangezien ook de vrouwelijke dieren in het algemeen worden gecastreerd. Bij castratie worden zaadballen of eierstokken verwijderd en bij sterilisatie worden eileiders of zaadleiders onderbroken (het dier blijft dan hormonen produceren).

 
Castratie kater

Bij de castratie van een kater verwijdert de dierenarts beide testikels (zaadballen). Uw kater gaat daarbij onder narcose. Een castratie heeft meestal een praktische- of gedragsreden. Een praktische reden is natuurlijk dat uw kater niet ongewenst nog een poes kan dekken. Een gedragsreden is weglopen van huis en in huis sproeien.

Bij sommige katers zitten één of beide testikels nog in de lies of zelfs in de buik; dit noemen we een binnenbal of cryptorchidie. De testikel in de buik produceert geen goede zaadcellen (temperatuur in de buik is te hoog), maar deze produceert wel testosteron. Wanneer u uw kater wilt laten castreren is het noodzakelijk om ook de binnenbal te verwijderen.

Ongecastreerde katten vormen de grootste groep van aangereden katten. Daarnaast hebben ongecastreerde katten een veel grotere kans op het oplopen van vechtwonden en kattenaids.

De meeste katers worden vanaf een leeftijd van ongeveer een half jaar gecastreerd.

Sterilisatie (castratie) poes

Bij sterilisatie van een poes verwijdert de dierenarts beide ovaria (eierstokken). Als de baarmoeder er afwijkend uitziet, verwijdert de dierenarts deze ook. Uw poes gaat hierbij onder narcose. Een sterilisatie heeft zowel praktische als medische redenen.

Redenen om de poes te steriliseren zijn:

  • Ter preventie van dracht;
  • Ter preventie van krolsheid;
  • Ter preventie van zwerven;
  • Ter preventie van baarmoederontsteking en melkkliertumoren.

Wij steriliseren poezen vanaf ongeveer een half jaar.